• kjen·ne
  • Afkomstig van het Oudoorse woord kenna
vervoeging
onbepaalde wijs kjenne
tegenwoordige tijd kjenner
verleden tijd kjente
voltooid
deelwoord
kjent
onvoltooid
deelwoord
kjennende
lijdende vorm kjennast
gebiedende wijs kjenn
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

kjenne

  1. overgankelijk kennen
    «Hvor godt kjenner du Trondheim?»
    Hoe goed ken je Trondheim?
  • vi er kjent for ...
we staan bekend om ...
we staan bekend voor ...



  • kjen·ne
  • Afkomstig van het Oudoorse woord kenna
vervoeging
onbepaalde wijs kjenne
kjenna
tegenwoordige tijd kjenner
verleden tijd kjende
kjente
voltooid
deelwoord
kjent
onvoltooid
deelwoord
kjennande
lijdende vorm kjennast
gebiedende wijs kjenn
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

kjenne

  1. overgankelijk kennen