Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kin·jan
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de kinjanv / m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) handeling waarbij iemand vanuit vrijwilligheid wettige rechten verwerft, die zaken en personen kunnen betreffen; met name handeling van het tekenen van de ketoeba

Gangbaarheid

Verwijzingen