kinderkleertjes
- Geluid: kinderkleertjes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkindərˌklercəs / (4 lettergrepen)
- kin·der·kleer·tjes
- kinderkleren met het achtervoegsel -tje en de meervoudsuitgang -s in plaats van -en
de kinderkleertjes mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kinderkleren
- ▸ Van het geld koop ik kinderkleertjes en speelgoed voor mijn dochtertje van vijf maanden.[1]
- Het woord kinderkleertjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Marc Doodeman“Boek uit? Verkopen!” (3 mei 2007) op nrc.nl