keurder

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  keurder    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• keur·der

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van keuren met het achtervoegsel -der

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	keurder	keurders
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de keurder m

1. (beroep) iemand die keurt, een keurmeester

Hyponiemen

• vleeskeurder

Verwante begrippen

• keurster

Gangbaarheid

• Het woord keurder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "keurder" herkend door:

91 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.