kerstwandeling
- kerst·wan·de·ling
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerstwandeling | kerstwandelingen |
verkleinwoord |
de kerstwandeling v
- (kerst) een wandeling met de kerstdagen of in de kerstperiode
- De uitgezette kerstwandeling voerde door een prachtig sneeuwlandschap.