Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
kerstkoek
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Woordherkomst en -opbouw
1.4
Zelfstandig naamwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
kerstkoek
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
kerst·koek
Woordherkomst en -opbouw
Samenstelling van
kerst
en
koek
enkelvoud
meervoud
naamwoord
kerstkoek
kerstkoeken
verkleinwoord
kerstkoekje
kerstkoekjes
Zelfstandig naamwoord
de
kerstkoek
m
(
kerst
)
(
voeding
)
koekjes in kerststijl die met de kerstdagen gebakken worden
De
kerstkoekjes
waren rijkelijk versierd met veelkleurig glazuur.