Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kerst·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstboek kerstboeken
verkleinwoord kerstboekje kerstboekjes

Zelfstandig naamwoord

het kerstboeko

  1. (kerst) een boek waarin een kerstverhaal beschreven staat
    • Het populaire kerstboek werd vijf jaar na de publicatie verfilmd.