Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • keer·de om
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omkeren

keerde om

  1. enkelvoud verleden tijd van omkeren
    • Ik keerde om. 
    • Jij keerde om. 
    • Hij, zij, het keerde om. 


Gangbaarheid