katidaro
- Afgeleid van kato ("kat") met het achtervoegsel -ido ("nakomeling"), met het achtervoegsel -aro ("collectief")
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | katidaro | katidaroj |
accusatief | katidaron | katidarojn |
katidaro
- kattennest
- «Kiom de katido estas en la katidaro?.»
- Hoeveel kittens zijn er in het nest?
- «Kiom de katido estas en la katidaro?.»
- katido ("kitten")