kastede
Deens
Woordafbreking
- kas·te·de
Werkwoord
kastede
- verleden tijd van kaste
Noors
Woordafbreking
- kas·te·de
Naar frequentie | 13762 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van kasta
kastede, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van kasta
Synoniemen
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van kastet
kastede, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van kastet