kantoren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kan·to·ren
Zelfstandig naamwoord
de kantoren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kantoor
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- kan·to·ren
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
Zelfstandig naamwoord
kantoren
- nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van kantor
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- kan·to·ren
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
Zelfstandig naamwoord
kantoren
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van kantor
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- kan·to·ren
Zelfstandig naamwoord
kantoren
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van kantor