kantklosster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kant·klos·ster
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van kantklossen met het achtervoegsel -ster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kantklosster | kantklossters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kantklosster v
- (beroep) een vrouw die kantklost
- In het museum treft u beoefenaars van diverse oude ambachten, zoals een kantklosster, een mutsenmaakster, een pottenbakker en een glazenier.
Gangbaarheid
- Het woord kantklosster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.