Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kan·ker·vor·mends
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

kankervormends

  1. partitief van de stellende trap van kankervormend
    • De onderzoekers proberen dit bestanddeel te vervangen door iets minder kankervormends. 

Gangbaarheid