kakte aan
- kak·te aan
vervoeging van |
---|
aankakken |
kakte (…) aan
- enkelvoud verleden tijd van aankakken
- Ik kakte aan.
- Jij kakte aan.
- Hij, zij, het kakte aan.
- Ik kakte aan.
- Het woord 'kakte aan' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.