• ka·bou·ter·mut·sen

de kaboutermutsenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kaboutermuts
    • De stiefmoeder van Sneeuwwitje ziet zichzelf naakt in de spiegel en de dwergen dragen geen kaboutermutsen, waardoor ze er eerder als dwergmensen uitzien. [1]