• ka·bi·net·ten-Rut·te

de kabinetten-Ruttemv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kabinet-Rutte
     De vier kabinetten-Rutte deden steeds met wisselende partijen zaken.[1]
  1.   Weblink bron
    Edo van der Goot
    “Geen meerderheid in de Eerste Kamer? Al twaalf jaar geen probleem voor Rutte” (12 maart 2023) op nu.nl