kaantjes
- kaan·tjes
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | - | kaantjes |
de kaantjes mv dim. tant.
- (voeding) de vliezige restanten van uitgebakken spek
- Wil je er wat kaantjes bij?
de kaantjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kaan
- Het woord kaantjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kaantjes" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
38 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be