Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • juint op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opjuinen

juint (...) op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opjuinen
    • Jij juint op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opjuinen
    • Hij juint op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opjuinen
    • Juint op! 

Gangbaarheid