• juin op
vervoeging van
opjuinen

juin (...) op

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opjuinen
    • Ik juin op. 
  2. gebiedende wijs van opjuinen
    • Juin op! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opjuinen
    • Juin je op?