Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • jo·ya
enkelvoud meervoud
joya joyas

Zelfstandig naamwoord

joya v

  1. juweel, sieraad
  2. (figuurlijk) “pareltje”, bijnaam voor de beste, meest talentvolle speler van een ploeg, het beste, mooiste (onder)deel van een onderneming, land, enz.
Verwante begrippen