jongleert
- Geluid: jongleert (hulp, bestand)
- IPA: /jɔŋˈlert/, of: /jɔŋˈɣlert/ bij meer oorspronkelijke uitspraak
- jong·leert
vervoeging van |
---|
jongleren |
jongleert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jongleren
- Jij jongleert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jongleren
- Hij jongleert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van jongleren
- Jongleert!
- Het woord jongleert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.