Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • join

Werkwoord

vervoeging van
joinen

join

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van joinen
    • Ik join. 
  2. gebiedende wijs van joinen
    • Join! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van joinen
    • Join je? 

Gangbaarheid


Engels

Uitspraak
vervoeging
onbepaalde wijs to  join 
he/she/it  joins 
verleden tijd  joined 
voltooid
deelwoord
 joined 
onvoltooid
deelwoord
 joining 
gebiedende wijs  join 

Werkwoord

join

  1. bijvoegen, samenvoegen