joegen op
- joe·gen op
vervoeging van |
---|
opjagen |
joegen op
- meervoud verleden tijd van opjagen
- Wij joegen op.
- Jullie joegen op.
- Zij joegen op.
- Wij joegen op.
- Het woord joegen op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.