jezuïeten
- Geluid: jezuïeten (hulp, bestand)
- IPA: / ˌjezyˈwitə(n) / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /je.zy.ˈi.tə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /je.zy.ˈi.tə(n)/
- je·zu·ie·ten
de jezuïeten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord jezuïet
- Het woord jezuïeten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jezuïeten" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be