Indonesisch

Woordafbreking
  • ja·la
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

jala

  1. visnet
  2. (sport) net bij netsporten
Synoniemen


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
jalar

jala

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van jalar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van jalar