• jaagt in
vervoeging van
injagen

jaagt (...) in

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van injagen
    • Jij jaagt in. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van injagen
    • Hij jaagt in. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van injagen
    • Jaagt in!