• i·rri·ta·do
  enkelvoud meervoud
mannelijk irritado irritados
vrouwelijk irritada irritadas

irritado

  1. (medisch) geïrriteerd
  2. geïrriteerd, geërgerd, wrevelig
vervoeging van
irritar

irritado

  1. voltooid deelwoord (participio) van irritar
vervoeging van
irritarse

irritado

  1. voltooid deelwoord (participio) van irritarse