inzie
- Geluid: inzie (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɪnzi / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈɪnzi/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɪnzi/
- in·zie
vervoeging van |
---|
inzien |
inzie
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzien
- ... dat ik inzie.
vervoeging van |
---|
inzien |
inzie
- (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van inzien
- ... dat men inzie.
- Het woord inzie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.