• in·vi·tert
  1. Bijvoeglijk gebruik van he voltooid deelwoord van het Noorse werkwoord invitere
  2. Werkwoord: Noorse bivoeglijknaamwoordsvorm en werkwoordsvorm met het voorvoegsel in-, met het achtervoegsel -ere en met de woorduitgang -t
Naar frequentie 2313
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud invitert - - - - - -
o enkelvoud invitert
meervoud inviterte
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
inviterte - - - - - -

invitert

  1. geïnviteerd, uitgenodigd

har invitert

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van invitere

invitert

  1. voltooid (verleden) deelwoord van invitere


  • in·vi·tert
  1. Bijvoeglijk gebruik van he voltooid deelwoord van het Nynorske werkwoord invitere
  2. Nynorske bivoeglijknaamwoordsvorm en werkwoordsvorm met het voorvoegsel an-, met het achtervoegsel -ere en met de woorduitgang -t
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud invitert - - - - - -
o enkelvoud invitert
meervoud inviterte
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
inviterte - - - - - -

invitert

  1. geïnviteerd, uitgenodigd

har invitert

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van invitere

invitert

  1. voltooid (verleden) deelwoord van invitere