inkaderen
- in·ka·de·ren
- samenstelling van in bw en kaderen ww
inkaderen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inkaderen |
kaderde in |
ingekaderd |
zwak -d | volledig |
- aangeven binnen welke grenzen iets is en welke verhouding het met de omgeving heeft
- Het is het Engels dat Sehnsucht moet inkaderen door het te omschrijven. Om het hardst beschrijven Engelse schrijvers het als een ontroostbaar verlangen naar je weet niet wat, waarmee het meteen voor alle Europeanen vast staat: Sehnsucht is de unconsolable longing naar je ne sais quoi. (Maxim Februari NRC 8 maart 2016)
- inlijsten van een afbeelding
- Het woord inkaderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inkaderen" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be