• ie·pen
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen

iepen

  1. van iepenhout vervaardigd

de iepenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord iep
77 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be