• hy·per·ven·ti·le·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hyperventileren
hyperventileerde
gehyperventileerd
zwak -d volledig

hyperventileren

  1. inergatief (medisch) door te veelvuldig ademhalen het koolzuurgehalte van het bloed dusdanig ontregelen dat men duizelig wordt
    • Als je je luchtbed met de mond probeert op te blazen, moet je oppassen dat je niet hyperventileert.