hundertsechsunddreißig

       
0 1 3 6
hundertsechsunddreißig,
op een abacus
  • hun·dert·sechs·und·drei·ßig

hundertsechsunddreißig

  1. honderdzesendertig, het getal 136
  • De vorm met "einhundert" wordt vooral gebruikt als verwarring met andere hondervouden mogelijk is.