hundertfünfunddreißig

       
0 1 3 5
hundertfünfunddreißig,
op een abacus
  • hun·dert·fünf·und·drei·ßig

hundertfünfunddreißig

  1. honderdvijfendertig, het getal 135
  • De vorm met "einhundert" wordt vooral gebruikt als verwarring met andere hondervouden mogelijk is.