hundertdreiunddreißig

       
0 1 3 3
hundertdreiunddreißig,
op een abacus
  • hun·dert·drei·und·drei·ßig

hundertdreiunddreißig

  1. honderddrieëndertig, het getal 133
  • De vorm met "einhundert" wordt vooral gebruikt als verwarring met andere hondervouden mogelijk is.