• hulp·be·hoe·ven·de

hulpbehoevende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van hulpbehoevend
     De eerste 10 procent van het bedrag doneerde ik zelf, geïnspireerd door de vader van Malala die jaarlijks 10 procent van zijn lerarensalaris aan hulpbehoevende mensen in zijn gemeenschap geeft.[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord hulpbehoevende hulpbehoevenden
verkleinwoord

de hulpbehoevendev / m

  1. iemand die door ziekte of gebrek voor alledaagse activiteiten hulp van anderen nodig heeft
     In ruil voor een klus zoals vuil prikken of hulpbehoevenden helpen, ontvangen ze een kop koffie of een cadeautje van de lokale winkeliers.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Weblink bron
    BABETTE WIERINGA
    “Ook in Amsterdam kun je een fantastische toerist zijn” (15 aug. 2020), De Telegraaf