• hui·che·laar·ster
enkelvoud meervoud
naamwoord huichelaarster huichelaarsters
verkleinwoord huichelaarstertje huichelaarstertjes

de huichelaarsterv

  1. vrouw die zich mooier voordoet dan ze eigenlijk is
     " „Is het dan niet heel normaal dat hij aan haar de voorkeur geeft?" „Het zou ook heel verkeerd van hem zijn," zei ik met iets van geschokte welvoeglijkheid, waardoor ik me schaamde en het gevoel kreeg dat ik een verachtelijke huichelaarster was.[1]
  1. Victoria Holt
    “De Engelse gouvernante” (1981), Saga, ISBN 9788726484823