Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hout·be·wer·kin·gen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de houtbewerkingenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord houtbewerking
     De meeste stokken waren gebroken en in slechte staat, maar de vaardige houtbewerkingen door Neanderthalers, met vuur en scherpe messen, zijn nog steeds duidelijk te zien.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Hendrik Spiering
    “Houten graafstokken en hefbomen van Neanderthalers teruggevonden” (5 februari 2018) op nrc.nl