houd stand

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  houd stand    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈhɑut ˈstɑnt / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• houd stand

Woordherkomst en -opbouw

• uit houd (werkwoord) en stand (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vervoeging van
standhouden

houd (…) stand

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van standhouden
   

   • Ik houd stand. 

2. gebiedende wijs van standhouden
   

   • Houd stand! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van standhouden
   

   • Houd je stand? 

Gangbaarheid

• Het woord houd stand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.