hosjana
- IPA: / hoʃaˈna / (3 lettergrepen)
- ho·sja·na
- van Hebreeuws הוֹשַׁעְנָא tw (hosjana) "red toch", zie (Ps. 118:25) in de Bijbel [1]
hosjana
- (Jiddisch-Hebreeuws) hosanna (alleen in onderstaande verbindingen)
- Het woord 'hosjana' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.