Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoor·ver·mo·gens
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de hoorvermogensmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hoorvermogen
     Wanneer we iemand meer visueel dan auditief noemen, bedoelen we dat zijn levenshouding meer die is van de kijkende dan van de luisterende mens; maar dit houdt volstrekt niet in, dat zijn hoorvermogens gebrekkig zouden zijn; mogelijk zijn ze zelfs beter dan die van de overwegend auditief ingestelde, en omgekeerd.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    J.C. Opstelten
    Ja, de Grieken waren meer visueel dan auditief van aanleg in: Forum der Letteren., jrg. 3 (1962), A.W. Sijthoff, Leiden, p. 135