hoorfouten
- Geluid: hoorfouten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhorfɑutə(n) / (3 lettergrepen)
- hoor·fou·ten
- hoorfout met uitgang -en
de hoorfouten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord hoorfout
- ▸ Volgens wethouder M. van Diessen is wellicht sprake geweest van hoorfouten bij het telefonisch doorgeven van de uitslagen.[1]
- Het woord 'hoorfouten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “1.450 Stemmen in Tilburg blijken verkeerd geteld” (11 mei 1998) op nrc.nl