Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoog·ge·ach·te

Bijvoeglijk naamwoord

hooggeachte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van hooggeacht

Werkwoord

vervoeging van: hoogachten…
verbogen vorm: hooggeachtee

hooggeachte

  1. verbogen vorm van hooggeacht, voltooid deelwoord van hoogachten

Gangbaarheid