honneurs
- hon·neurs
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | honneurs |
verkleinwoord | - | - |
de honneurs mv
- De honneurs waarnemen
In plaats van iemand anders ergens aanwezig zijn, een bepaalde taak vervullen etc.
- Het woord honneurs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "honneurs" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ honneurs op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be