holster
- hol·ster
- In de betekenis van ‘vuurwapenfoedraal’ voor het eerst aangetroffen in 1678 [1]
- Waarschijnlijk ontleend aan het Nedersaksisch in de 17e eeuw. [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | holster | holsters |
verkleinwoord | holstertje | holstertjes |
de holster m
- gewoonlijk leren houder voor een pistool
- In het duel werd de holster van zijn heup geschoten.
- Het woord holster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "holster" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "holster" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ holster op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be