Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hol aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanhollen

hol aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhollen
    • Ik hol aan. 
  2. gebiedende wijs van aanhollen
    • Hol aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhollen
    • Hol je aan? 

Gangbaarheid