hokte samen
- Geluid: hokte samen (hulp, bestand)
- hok·te sa·men
vervoeging van |
---|
samenhokken |
hokte samen
- enkelvoud verleden tijd van samenhokken
- Ik hokte samen.
- Jij hokte samen.
- Hij, zij, het hokte samen.
- Ik hokte samen.
- Het woord hokte samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.