hofft
hofft
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hoffe
- er hofft (3e persoon enkelvoud mannelijk)
- sie hofft (3e persoon enkelvoud vrouwelijk)
- es hofft (3e persoon enkelvoud onzijdig)
hofft
- tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hoffe
- dihr, der hofft (2e persoon meervoud)
- ihr er hofft (2e persoon meervoud)