Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoest·drup·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoestdruppel hoestdruppels
verkleinwoord hoestdruppeltje hoestdruppeltjes

Zelfstandig naamwoord

de hoestdruppelm

  1. een druppel lichaamsvocht die bij het hoesten het lichaam verlaat
    • Een hoestdruppel kan een tijdje in de lucht blijven hangen. 
  2. (medisch) een geneesmiddel dat ingenomen wordt om het veelvuldig hoesten en de gevolgen ervan tegen te gaan
Verwante begrippen