hoekrekje
- hoek·rek·je
het hoekrekje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hoekrek
- Behalve een algemeen rek is er een voor moersleutels, een speciaal type voor de boormachine en tevens een voor ander elektrisch gereedschap (een tot dusver onbestaande voorziening op dit gebied), dan nog een kleingoedrek voor spijkers, schroeven enz., een "allesrek" en ten slotte een handig hoekrekje waarmee het systeem netjes door een hoek naar de andere muur kan worden doorgebouwd. [1]
- Het woord 'hoekrekje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ "Schakelbaar systeem voor opbergen van gereedschap" in: Leeuwarder Courant jrg. 228 nr. 200 (29 augustus 1980); p. 29 kol. 1; geraadpleegd 2019-05-11